Meneer van Dam, tierelierelam,
Die ging een keer naar Amsterdam.
Wat zag hij daar, tierelierelaar?
Een dominee met beatle-haar.
Refrein:
hoy, hoy, meneer van Dam
’t is gelogen, niks van an.
Hoy, hoy, meneer van Dam,
Helemaal, helemaal niks van an!
De dominee, tierelierelee,
Die zei: ‘Ach, speel toch met ons mee.
U hebt talent, tierelierelent.
Vooruit kom bij onze band.’
Refrein
Een zwarte kat, tierelierelat,
Die had ook een beatle-koppie had
Was in haar hum, tierelierelum,
Zei mocht erachter met haar drum.
Refrein
En bij het IJ, tierelierelij,
Daar kwam er nog een walvis bij.
Hij was wel zwaar, tierelierelaar,
Maar speelde o, zo mooi gitaar.
Refrein
Meneer van Dam, tierelierelam,
Die zei: ‘k ben zo blij dat ik hier kwam.
Want wie zag ooit, tierelierelooit,
Zo’n mooie beatle-groep? Ik nog nooit.’