Julia is zo schoon, zo schoon als de sirene
Al heeft ze vuurrood haar en een paar kromme benen
Refrein:
Julia, Julia, Ju-li-a
Julia, Julia, Ju-li-a
Julia, Julia, Ju-li-a, en Julia is zo schoon.
En Julia is zo schoon, ze heeft van die mooie haren
Van voren is het vlas en van achter is het garen
Refrein
En Julia is zo schoon, ze heeft van die mooie tanden
Ze zijn zo groen als gras, met donkergele randen
Refrein
En Julia is zo schoon, ze heeft van die mooie ogen
De ene is van glas en de ander kijkt naar boven
Refrein
En Julia is zo schoon, ze heeft zulke mooie borsten
De ene is van kurk, de andere zit vol korsten
Refrein
En Julia is zo schoon, ze heeft van die mooie armen
Ze hangen langs haar lijf, als uitgedroogde darmen
Refrein
En Julia is zo schoon, ze heeft van die mooie benen
Het ene is van hout en het andere verdwenen
Refrein
En Julia is zo schoon ze heeft van die mooie billen
De ene houd ze stijf en de ander laat ze trillen
Refrein
En Julia is zo schoon ze heeft van die mooie Oren
De ene is gescheurd, en het ander is verloren
Refrein
En Julia is zo schoon ze heeft van die mooie Wangen
De ene is geplamuurd, de ander is behangen
Refrein
En Julia is zo schoon ze heeft van die mooie Lippen
De ene was te rijp, op de andere kon je wippen
Refrein
En Julia is zo schoon ze heeft van die mooie Kiezen
Ze vlogen er steeds uit wanneer ze flink moest niezen
Refrein
En Julia is zo schoon ze heeft van die mooie Kaken
Ze staken recht vooruit, je kon er fijn op schaken
Refrein
En dan als Julia at, kon zij haar eetlust tonen
Ze at niet maar ze vrat, in één dag tien pond bonen
Refrein
En laatst was Julia krank, toen lag ze in haar kamer
Stomdronken van de drank, te zwaaien met een hamer
Refrein
En nu is Julia dood, nu kun je haar bekijken
Met zemelen gevuld, ligt ze in 't museum te prijken
Refrein